Oh tedere wind, zegt mij waar u zich bevindt, mijn beste vrind
Aanvriezende mist, bitterkoud
De cycloon van mijn somberheid
Dit jaargetijde onmiskenbaar vertrouwd
Waar convectie mijn gedachten verspreid
Achter de atmosfeer van het noorderlicht
Ijskegel,bobslee, curling, condensatie
Het hogedrukgebied is mijn plicht
Nevelig, mistig, donkere dagen ter opperste concentratie
Oh tedere wind, zegt mij waar u zich bevindt
Ijsheiligen met een briesje wind
Achter de isobaar van mijn luchtdruk
In sterrenregen, zo kwetsbaar als een kind
Het spreekt voor zich, mijn kompas is momenteel stuk
De eclips van mijn hart
Toch ergens sprankelend, glinsterend mijn aureool
Zoekend naar de zon, een nieuwe start
Een toendraklimaat, niet langer op den dool
Oh tedere wind, zegt mij toch waar u zich bevindt, ongerept, getint
Divergentie is de kern van mijn bestaan
Bewolkt, besneeuwd, dauw op mijn jas
Die vier seizoenen, Tjaikovsky wist wel zijn Baan
Regenlaarzen stampend door de grote plas
Verlangend, hunkerend naar het voorjaar
Barometers, geuren en kleuren aldaar
Ik ben in het fleecedeken vastgepind
Op weg naar die tedere wind,
Door eveneens zovelen gegeerd, bemind